GASTBLOG | Storytelling in een non-fictieboek
Gastblogger & schrijfcoach Eveline Broekhuizen introduceert 4 ingrediënten voor storytelling in een non-fictieboek.
HOE MAAK JE GEBRUIK VAN STORYTELLING IN EEN NON-FICTIEBOEK?
In een non-fictieboek wil je kennis en informatie overbrengen, zodat de lezer zich kan ontwikkelen. Het liefst op een leuke, niet al te taaie manier. Maar hoe doe je dat? Maak gebruik van storytelling, oftewel: de kracht van verhalen. In deze gastblog introduceert schrijfcoach Eveline Broekhuizen 4 ingrediënten van een goed verhaal.
Denk eens terug aan de lessen die je volgde op de middelbare school. Met een grote tas sleepte je je van lokaal naar lokaal. Bij de ene leraar viel je haast in slaap, terwijl een andere docent je de passie voor zijn vak kon overbrengen. Welke leraar heeft het meeste indruk gemaakt op jou? Grote kans dat dit kwam doordat hij of zij geweldig was in verhalen vertellen. Dankzij deze blog heb jij dat straks ook in de vingers!
1. MAAK HET BEELDEND
‘Kijk, hier zit een scheurtje in je kraakbeen,’ zei de orthopeed. ‘Waarschijnlijk ben je als kind een keer uit een boom gevallen.’
Die laatste zin bleef me bij. Als hij had gezegd dat mijn kraakbeen een tweedegraads beschadiging had opgelopen, dan had ik dat waarschijnlijk niet onthouden. Dan had ik er namelijk geen beeld bij gehad.
‘Een foto zegt meer dan duizend woorden,’ wordt wel gezegd. Toch kun je met een goed verhaal dat beeld vormen in het hoofd van de lezer. Algemene termen zoals ‘liefde’ roepen geen beeld op. Dus bedenk hoe het eruitziet als iemand verliefd is. Maak gebruik van de zintuigen: wat hoor je, ruik je, proef je, zie je en voel je? Werk een korte scène uit, zodat de lezer als het ware een filmpje voor zich gaat zien.
2. MAAK HET PERSOONLIJK
Denk nog eens terug aan je favoriete leraar. Misschien was diegene niet zo goed in verhalen vertellen, maar gaf hij of zij jou wel persoonlijke aandacht. Wellicht had je problemen thuis, die je uit schaamte verborgen hield, en had je het gevoel dat je er alleen voor stond. Maar die ene leraar, die had door wat er aan de hand was. Die nam je even apart, stelde de juiste vragen en hielp je verder. Niet per se met tips maar gewoon door er voor je te zijn.
Gezien, gehoord en begrepen worden, willen we allemaal. Ook jouw lezer. Wanneer je jezelf kwetsbaar opstelt en vertelt over die keer dat jij tegen een probleem aan liep, zal de lezer zich met jou identificeren. Omdat hij zich herkent in jouw probleem, waar hij zelf ook weleens mee te maken heeft gehad. Hij voelt zich niet langer alleen of dom omdat hij een fout heeft gemaakt, maar denkt: ‘Hé, zij begrijpt waar ik mee worstel.’ Bovendien maakt dit je menselijk, en verhalen van mensen raken. Je bent als auteur niet meer een vage entiteit die buiten het boek staat en de lezer vertelt hoe en wat. Je laat zien dat ook jij maar een mens bent, die fouten kan maken, maar ook stappen maakt in zijn ontwikkeling. En dat wil de lezer ook.
3. ZET IETS OP HET SPEL
‘Wie heeft je hiermee geholpen?’ vroeg mijn docent Economie, terwijl ze me streng over het montuur van haar leesbril aankeek. ‘Niemand,’ zei ik, ‘dit heb ik zelf gedaan.’ Ze kon het niet geloven, aangezien ik een middelmatige leerling was. Nou ja, middelmatig – als puber was ik gewoon liever lui dan moe. Ik leerde net genoeg om telkens een mager zesje te halen. Totdat dat zesje daalde naar een vijf… Een onvoldoende op mijn rapport kon ik me niet veroorloven! Dus de volgende les deed ik extra mijn best en werkte een prachtige analyse uit. De les daarop werd ik op het matje geroepen door de docent. Pas toen mijn klasgenoten bevestigden dat ik er alleen aan had gewerkt, kon de docent niet anders dan mij een tien geven.
Door de spanning op de bouwen, houd je de aandacht van de lezer vast. Hoe je dat doet? Er moet iets op het spel staan. Zo kon economie mij op de middelbare school maar weinig interesseren, tot ik een onvoldoende stond. Als ik de gevolgen daarvan had benadrukt – bijvoorbeeld dat mijn vader me bont en blauw zou slaan als ik met een vijf zou thuiskomen, of dat mijn moeder het rapport zonder een woord te zeggen weg zou leggen in een laatje in plaats van het trots aan alle buren te laten zien – dan raakt de lezer nog meer betrokken in het verhaal. Hoe gaat dit aflopen? Zorg dus dat er iets te verliezen is en breng de hoofdpersoon heel dicht bij dat punt waarop alles verloren lijkt.
4. BENADRUK HET CONFLICT
Daarnaast bouw je spanning op door een conflict. Als ik had verteld dat ik op de middelbare school altijd redelijk goede cijfers haalde en dat ik met zeven zevens ben geslaagd, dan is dat niet zo boeiend. Door de vraag van mijn economieleraar naar voren te halen, is er gelijk sprake van een conflict. Wie heeft er gelijk? Wie trekt er aan het kortste eind? Zo pak ik direct de aandacht, in plaats van eerst de algemene situatie (op de middelbare school was ik liever lui dan moe) te schetsen.
Je mag de chronologische volgorde dus gerust aanpassen om een sterke spanningsboog te creëren. Durf je kwetsbaar op te stellen en je fouten te delen, zodat de lessen die je hebt geleerd veel boeiender én authentieker overkomen dan wanneer je een perfecte successtory deelt.
Dat je je verhaal wel zo goed mogelijk op papier wil krijgen, dat snap ik maar al te goed. En het fijne is: dat hoef je niet alleen te doen. Neem contact met me op voor een vrijblijvend kennismakingsgesprek, zodat we samen kunnen ontdekken wat de volgende stap is voor jou en je boek.
GASTBLOGGER EVELINE BROEKHUIZEN
Eveline Broekhuizen is schrijfcoach voor coaches die een boek schrijven. Ze helpt je om te schrijven vanuit je hart en zorgt ervoor dat je de lezer raakt. Zodat je met jouw verhaal het verschil kunt maken. Download haar e-book Schrijf met focus en flow of check de andere schrijftips op haar website.
EXTRA INFORMATIE
Klik hier voor voor een compleet overzicht van alle tips bij de Academy.